Fort Breendonk werd in de Tweede Wereldoorlog door het Duitse leger gebruikt als doorvoerkamp. In Fort Breendonk zaten vooral joodse gevangenen, zo'n 3500 in totaal.


Wanneer de gevangen in het fort aankwamen werden ze niet meer als mensen maar als beesten behandeld. Je had niet langer een naam, maar je kreeg een nummer en werd dan ook altijd met de nummer aangesproken.
Als de gevangenen niet gehoorzaamden, dan werden ze in elkaar geslagen. De gids vertelde over een muur waar de gevangenen met hun gezicht tegen moesten staan, soms uren aan één stuk. Als ze bewogen of babbelden, dan werden ze met hun gezicht langs een heel ruwe muur geschuurd. Hun gezicht lag dan helemaal open.
De kampcommandant had ook een hond die er speciaal op geoefend was om mensen op bevel te bijten, eenmaal had hij zelfs iemand doodgebeten. Dat is toch wel heel erg en akelig.
Het fort heeft hele dikke muren, waardoor het binnen altijd heel erg koud was. De ramen waren ook beschilderd met donkerblauwe verf, waardoor de gevangenen nooit wisten wanneer het dag of nacht was.
In de slaapkamers zagen we grote beddenbakken. In de beddenbakken lagen jutte zakken met stro waarop de gevangenen lagen om te slapen. Pas om de 6 maanden werden die "matrassen" vervangen. Het stro werd vochtig en rot, waardoor het altijd stonk in de kamer.

In elke kamer stond een emmer die 's nachts dienst deed als wc. Voor 48 personen! Want ze sliepen met 48 personen in één kamer. Meestal liep de emmer dus over. Er waren 2 personen die dan 's morgens de emmer moesten uitgieten.
De gevangen moesten zich 's morgens in 2 minuten wassen terwijl de bewakers stonden te kijken. Er was ook maar 1 handdoek voor 48 personen in een week. Tegen het einde van de week gebruikte niemand nog de handdoek.
Op het binnenplein waren 5 wc's naast elkaar. Het waren van die "Franse" toiletten. Elke gevangene kreeg maar 1 minuut om naar de wc te gaan. Ook hier stonden de bewakers te kijken en gaven bevelen.

We waren ook heel erg onder de indruk van de folterkamer. In de folterkamer was er een pook die de bewakers in het vuur stopten, dan doofden ze de pook op het lichaam van de gevangene waardoor hij zware brandwonden had. Ze werden bij het folteren verplicht om hun vrienden te verklikken. Als ze dan nog niets wilden zeggen, lieten ze de gevangene naar beneden vallen op een houten stel waardoor hun knieschijven gebroken waren.
In het fort werden ook heel wat mensen terechtgesteld.

De mensen kregen weinig en geen lekker eten. De gevangenen hadden veel honger. Sommige gevangenen losten dit probleem op door kiezelsteentjes of gras te eten. Hierdoor hadden ze een zwaar gevoel in hun maag en verdween hun hongergevoel.
Het Fort Breendonk was een doorvoerkamp. Dit betekent dat de gevangenen vanuit het kamp naar concentratiekampen werden gevoerd. De mensen werden naar die concentratiekampen gebracht in goederenwagons. In één wagon zaten ze wel met een honderdtal personen.


1 opmerking:
Bedankt, ik heb er nu ook erg veel informatie uit kunnen halen!
Een reactie posten